Turkije 2014

week 1

week 2

Na 36 uur reizen zonder slaap zijn we nog redelijk fit, we rollen in Dalaman uit het vliegtuig en al snel daarna in onze huurauto om naar Selcuk te vertrekken. Selcuk ligt naast Efeze en dat stuk Turkije (het oude Ionië) kennen we nog niet.


Ionië
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/e/e1/Turkey_ancient_region_map_ionia.JPG/350px-Turkey_ancient_region_map_ionia.JPG
http://bits.wikimedia.org/static-1.23wmf21/skins/common/images/magnify-clip.png
Ionië in de oudheid
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/06/Map_Greece_expansion_1832-1947-nl.svg/350px-Map_Greece_expansion_1832-1947-nl.svg.png
http://bits.wikimedia.org/static-1.23wmf21/skins/common/images/magnify-clip.png
Ionië was in de Oudheid een landstreek langs de westkust van Klein-Azië.
Ionië was al vroeg gekoloniseerd door Grieken en heeft een grote rol in de Griekse geschiedenis gespeeld. Veel belangrijke figuren uit bijvoorbeeld de filosofie kwamen er vandaan. De landstreek kwam door de veroveringen van Cyrus II in handen van het Perzische Rijk en kwam daarmee in contact met de culturen van het Midden-Oosten. Zij zal ook haar sporen nalaten in de bouwkunst met de Ionische zuil. Na de mislukte aanval van Xerxes I kwam de streek hoe langer hoe meer onder invloed te staan van Athene.
Belangrijke steden in Ionië waren Efeze, Milete en Smyrna. De twaalf steden van Ionië hadden hun belangen verenigd in de Ionische twaalfstedenbond.

In Selcuk vinden we een gezellig rommelig backpackers hotel, hotel Antik en we slapen hier meteen maar liefst 13 uur. Het voelt hier zo goed dat we voor 4 nachten boeken. Bij de balie van het hotel zit een jongeman en hij vraagt of we al vaker in Turkije zijn geweest. Op de zijmuur hangt een kaart en we wijzen aan waar we geweest zijn, en hoe meer onze vinger naar het Oosten wijst des te meer hij opkijkt, zeker als we over Hakari praten. Het gevaarlijkste gebied van Oost Turkije. Hij vraagt of we daar echt zijn geweest en wanneer dan en als we vertellen dat we daar in 2010 hebben rondgereisd zegt hij, dat kan niet, toen was daar oorlog tussen de Koerden en de Turken. Ik heb daar in diezelfde periode in het leger gezeten bij de speciale garde voor een speciale opdracht. Veel van mijn collega millitairen en politieagenten zijn toen gesneuveld. Wij zeggen maar nu zijn wij alledrie hier en leven we nog.

Tire en Birgi

Voordat we Efeze willen bezoeken gaan we eerst naar Tire en Birgi, hier hopen we nog wat van het oude Turkije te vinden. Het zijn stadjes met oude wijken en zeer oude moskeeën. In deze oude wijken heeft de tijd stil gestaan.

In Tire worden in een wijk Turkse donuts gebakken, iedereen kan ze gratis afhalen en van alle kanten komen de mensen aangesneld met pannen en bakjes. Op een balkon schreeuwt een oude mevrouw dat ze ook wat wil, ze hengelt met een zak aan een touwtje, maar niemand doet er wat in. Als ik aan de koekenbakkers vraag of ik er wat in mag doen, mag dat en ik doe een lading bagels in het zakje, snel haalt ze de buit binnen. Wij worden zelf ook voorzien van een bak vol, ze zijn, warm, heerlijk zoet en lekker vet, een welkome lunch zo rond het middaguur. Aan het einde van de dag worden we overvallen door zware regenval, hieraan voorafgaand kunnen we nog genieten van de dreigende luchten, goed voor onze fotografie. De regen vergezelt ons nog uren door de bergen en zorgt ervoor dat het weer omslaat en dat we laat in Selcuk terug zijn.
Terug in Selcuk is de fanclub van Fenerbahce (voetbalclub van Istanbul) behoorlijk uitgelaten, deze club is kampioen van Turkije geworden, er is feest en veel vuurwerk.
Als je hier zou willen fietsen is een Dazzer (hondenschrikker) erg handig. De vele grote zwervende kangals (Anatolische herdershonden) waar we al eerder op onze fietsreizen mee hebben kennis gemaakt, zijn hier ook in grote getalen aanwezig. Ze laten regelmatig hun tanden aan ons zien.
Selcuk is een mooi stadje en een goede uitvalsbasis voor het achterland hier. De schapenkaas van het restaurant die “mijn moeder” zelf heeft gemaakt volgens de eigenaar, smaakt prima bij een glaasje raki. De Turkse keuken is een internationaal gewaardeerde keuken met een lange traditie.

Het is voorjaar in Turkije, de wilde bloemen bloeien uitbundig en de vogels zingen de hele dag.

Priene en Militos

Het is heerlijk rustig in Priene en Militos, de archeologische sites waar nauwelijks toeristen komen. Het regent af en toe zachtjes, daardoor zijn de kleuren prachtig diep. Na dit bezoek rijden we met de auto door Kusadasi want hier horen we vaak over, wat een bizarre toestand, we moeten er niet aan denken dat je hier vakantie zou moeten houden. De gekte is hier compleet, het is interressant om gezien te hebben, maar je moet hier snel weg wezen. Dit soort gebieden van Turkije trekt ons niet, gelukkig zijn er liefhebbers genoeg. De regen en de mooie regenwolken blijven ons vergezellen.

Efeze

Op de archeologische site Efeze zijn we al heel vroeg voordat de enorme busladingen groepen worden uitgeladen. Maar al snel komen de bussen bij tientallen tegelijk aanrijden, we weten niet wat we zien. Later begrijpen we dat er meerdere keren per week in Kusadasi en Izmir cruise-schepen aan wal gaan en gemiddeld zitten daar per boot wel 5000 personen op. Een ergere reis kunnen we ons niet voorstellen, ook niet als we echt oud en grijs zijn, we zouden van ellende over boord springen. We hebben al besloten als we niet meer alleen kunnen reizen dat we dan onze fotoboeken maar gaan bekijken. In Efeze komen ongeveer 10.000 personen per dag de site bezoeken. Als het vol stroomt ben ik het al snel zat en loop verder naar wat afgelegen doodgewone platte stenen en ik ga daar zitten wachten op Han.

Al snel komt er een Engelse kerel met een dergelijke groep naar me toe en hij vraagt of ik zit na te denken, ik zeg: “nee”. Omdat hij dit geen bevredigend antwoord vindt gaat hij grappig staan doen voor mijn neus in gezelschap van zijn debiele Engelse groep die dit geweldig leuk vindt. Ik zeg tegen de man: “you are a hero by group”, de groep blijft lachen en ik voel me enorm opgelaten en ik word boos. Ik zeg vervolgens dat ze lelijke Engelse konijnen zijn en dat ze op moeten donderen en eindelijk slenteren ze lachend verder. We zien ze wel vaker die groepen en altijd zit er wel een clown bij en ook altijd wel een zeurderige juffrouw en regelmatig vinden ze het heerlijk om mensen de gek aan te steken, een groep maakt sterker.

Na deze groep komen er twee dikke dames en ze vragen of ze mij met mijn fototoestel met die stenen op de foto moeten zetten, maar ik zeg dat ze door moeten lopen. Misschien zie ik er wel heel eenzaam uit zo alleen op mijn steen. Alsof het nog niet genoeg is komen er weer 2 dames en ik geloof mijn oren niet, maar ze vragen of ik op wil staan omdat ze een foto willen maken op de plek waar ik zit. Ik zeg, er zijn hier duizenden stenen, zoek een andere steen, deze bijzondere steen is niet vrij voor fotografie, deze steen is voorlopig van mij. Ze lopen mokkend verder. Han staat in de verte nog meer stenen te fotograferen, Han kan dit uren volhouden, ik ben er wat sneller klaar mee, zeker stenen in combinatie met toeristen. Han heeft veel geduld. Er draalt een vervuild poesje om me heen en van schrik begin ik er tegen te praten, je zou hier terplekke van zieke katten of honden gaan houden. Er waait een lekker windje door mijn haren en de vogels zingen uit volle borst, de seringen ruiken zwoel.

Sommige toeristen zien er zo raar uit, ze hebben rare strakke korte broeken, te lange sokken en te witte benen met van die knots knieën. Waarom willen mensen, mannen en vrouwen, die vreselijke knieën toch showen en die te krappe broeken gaan ook nog in het kruis trekken. Wellicht hebben ze geen spiegel op hun alles inclusief hotel.

Selcuk

Voor vertrek gaan we weer stenen kijken, de St Johns kathedraal. Het ruikt nog fris zo vroeg en er is hier niemand, nou niemand. Er is ook hier tripot police (statief politie), er loopt een man naar ons te loeren en na een poosje komt hij naar ons toe en hij vraagt of we thee willen. We drinken thee met deze man en dan komt de aap uit de mouw waarom hij ons vraagt. Hij ziet in ons een wandelende ATM, hij fluistert dat we eigenlijk geen statief mogen gebruiken maar dat hij een oogje dicht zal knijpen, want als hij moet optreden kost dit heel veel geld. Hij zegt ook dat hij ons stiekem het kasteel wel wil laten zien, maar wij bedanken, we voelen het al aankomen, dit gaat geld kosten en dat gaan we niet betalen. We zeggen dat er nergens staat dat je niet met statief mag fotograferen, drinken snel onze thee op en verlaten de site. In Militos hadden we ook al een dergelijk figuur achter ons aan en toen we zeiden: “we fotograferen hier alleen maar bloemen” mochten we verder fotograferen met statief. In Birgi liep er een mevrouw achter ons aan met de handboeien aan de riem, ook van haar mochten we geen statief gebruiken. Het staat allemaal nergens, maar als je hier gewichtig rondloopt als beveiliger, moet je toch wat te doen hebben, je hebt die strepen en button niet voor niets op je blouse.

Pamukkale (katoenkasteel)

Een rondje, even een rondje door de bergen. In Pamukkale aangekomen werken we eerst onze foto’s bij en dan gaan we een rondje maken, een klein rondje wordt een trip van vier foto uren. We komen langs de dorpen Irligan, Guzelpinar, Uzunpinar en Haytabey. Even voor het dorp Haytabey fotograferen we een klein huisje in een dal in de bergen en meteen rennen de twee oudere bewoners van het huisje de berg op, ze wonen hier erg afgelegen en zijn nieuwsgierig naar ons en wij naar hen. We worden meteen uitgenodigd, maar helaas wordt het al bijna donker en de weg is onduidelijk, dus wij durven niet te blijven en in het donker door deze bergen rijden en de weg naar Pamukkale te zoeken vinden we te spannend als het te laat wordt. We beloven dat we morgen terug komen voor de thee en we willen dat echt gaan we doen, het voelt hier zo vredig. Op de terugweg valt er plotseling een enorme lichtstraal door de zware regenwolken, alsof er een engel met een enorme zaklantaarn schijnt, een bijzondere laatste traktatie van de dag. Het is 8 graden en we hebben het behoorlijk koud.

Mustafa, Fatim en de bergen

In de buurtsupermarkt kopen we kaas en cake met jam ertussen, we gaan de mensen van gisteren in de bergen opzoeken. Als we de auto stilzetten komt de vrouw al naar buiten, ze zwaait en wenkt. Ze heet Fatim, haar man heet Mustafa en hij is nog met de geiten de bergen in. Fatim is blij, ze gaat thee maken en we begrijpen dat er ook eten komt. Er komen grote gedroogde platen brood tevoorschijn, ze worden besprenkeld met water en daarna in een grote natte doek gevouwen. Het huisje is erg klein, het bestaat uit een keuken en een zit-slaapkamer, er zijn geen tafels en geen stoelen, alleen twee bedden, kleden en kussens. Terwijl het brood ligt te weken gaat Fatim zitten breien op het bed en ze keuvelt gezellig in het Turks met ons, we verstaan elkaar niet, maar dat is niet belangrijk, belangrijk is dat we er zijn. Communicatie vanuit het hart noemt een collega van mij dit en dat is het. Mustafa en Fatim hebben geen elektriciteit en geen stromend water en natuurlijk geen sanitaire voorzieningen. Ze hebben één lamp op de accu van de tractor. Mustafa komt terug uit de bergen met zijn geiten en Fatim helpt om ze op het pad te houden, de geiten moeten hun hok weer in en mogen niet op het land vreten. Mustafa vertelt dat ze drie kinderen hebben, één ervan is overleden. Beide zijn ze analfabeet en toch kunnen we nog een beetje communiceren. Mustafa vertelt beeldend over zijn open hartoperatie en dat hij nu medicijnen moet slikken, ze zijn beide ongeveer eind zestig denken ze en ze ogen nog behoorlijk fit. Het leven is hier natuurlijk erg zwaar, het is niet warm hier in zo diep in de bergen en het eten is eenzijdig. Ze verbouwen op hun land op een groot veld, oregano en dat verkopen ze in Uzunpinar, daar halen ze ook drinkwater met een tank achter de tractor. Uzunpinar is ook het dorp waar ze allebei geboren zijn. De kippen kokkelen vredig en nemen zandbaden, misschien zijn ze een ei aan het leggen.

We eten brood, olijven, yoghurt, een soort zure kaas en walnoten en we drinken veel thee. Omdat ze het beide zo gezellig vinden is het lastig om het moment te bepalen om te vertrekken, we worden nog lang uitgezwaaid.

Onze GPS leidt ons verder door de bergen, langs de kleinste bergdorpen, soms zien we op de kaart dat de weg grijs gespikkeld is, dan houdt het asfalt op en loodst Han ons voorzichtig met onze huurauto om de gaten heen. Er is veel wijnbouw in de bergen, de aarde is rotsachtig, zo te zien erg vruchtbaar, het is een ramp voor onze schoenen en broeken, we zitten onder de zware kleverige klei. Iedereen is hier landbouwer. Dit is een mooi binnenland zo achter Pamukkale, gelukkig is het redelijk droog vandaag.

Groots is de reclame over de witte kalkberg in Pamukkale, maar de kalkberg zelf valt wat tegen.


Hiërapolis (Frygië)

De stad werd gesticht door Eumenes II in het jaar 190 v. Chr. Eumenes was de koning van Pergamon en noemde haar naar Hiera, de vrouw van Telephus, stichter van Pergamon.
In de oudheid stond de stad hoofdzakelijk onder Romeinse invloed. De belangrijke Stoïsche filosoof Epictetus werd er in 55 na Chr. in slavernij geboren. Hij beïnvloedde een aantal Romeinse keizers maar vooral Marcus Aurelius, met zijn denkbeelden over innerlijke vrijheid en geesteskracht. De bouwwerken in Hiërapolis zijn voornamelijk in Romeinse stijl opgetrokken. Het was een Romeinse toeristenplaats. Men kwam van ver naar de thermale bronnen van Pamukkale. Hiërapolis werd een stad gericht op ontspanning met een theater, een tempel gewijd aan Apollon, een arcadeboulevard en een typisch Romeinse marktplaats (forum). Maar door de vele aardbevingen in het gebied heeft Hiërapolis zich nooit volledig kunnen ontwikkelen.
Onder Byzantijnse invloed heeft de stad nog een bloeiperiode gehad. Met de komst van het christendom heeft Hiërapolis nog een bisschopszetel gehad en werd er een basiliek gebouwd en het bekende "Octagon", een achthoekige kerk waar Filippus de evangelist begraven ligt.
Het gebied rond Hiërapolis was rijk aan marmer van goede kwaliteit. Dit was voor de stad een belangrijke bron van inkomsten. Het marmer is zelfs in de "Hagia Sophia" in Istanboel gebruikt.
Na de zware aardbeving van 1354  was de stad volledig verwoest en dat was het einde van haar geschiedenis. In de richting van het hedendaagse Denizli lag Laodicea (aan de Lycus; Grieks: Λαοδίκεια έπι Λύκωι), dat bekend is uit de Bijbel. (In de Openbaring in de Bijbel is Laodicea een van de zeven gemeenten in Klein-Azië)

Aphrodisias

Aphrodisias was een stad in Carië, nu deel van het huidige Turkije, ongeveer 230 km vanaf İzmir, nabij het dorp Geyre.[1]
Zoals haar naam impliceert, was ze vernoemd naar Aphrodite, de Griekse godin van de liefde. Volgens de Suda had de stad, voordat ze in de hellenistische periode (3e eeuw v. Chr.) als Aphrodisias bekend werd, drie eerdere namen: Lelegonpolis (stad van de Lelegiërs), Megale Polis en Ninoë. De stad werd later in Christelijke tijden hernoemd tot Stauropolis (stad van het kruis) (cf. infra).

Geschiedenis

De stad werd intensief geëxploiteerd in de hellenistisch en Romeinse periodes, en beeldhouwers in marmer van Aphrodisias waren bekend over heel de Romeinse wereld. Vele voorbeelden van beeldhouwwerken zijn opgegraven in Aphrodisias en sommige zijn ook overgeleverd in andere delen van de Romeinse wereld.

Pamukkale

Als je ergens wat langer blijft, we zijn hier vijf nachten, dan gaan je dingen opvallen. Wat ons hier in dit hotel vooral opvalt, is dat er hier van allerlei mee-eters zijn. Dit hotel loopt behoorlijk goed en dan komen de randfiguren. Broers, zusters, neven en ooms en tantes, en ze pikken allemaal een graantje mee. Gisteren kwamen er een oom en een tante binnenwandelen, tante helemaal in de doeken met een bedeesde tred, oom sloft voorop. Maar als tante eenmaal op de stoel zit is het bedeesde over en heeft ze praatjes voor tien en dan komt de gastvrije aardige eigenares er niet meer tussen en ze knikt onderdanig naar tante, kust tante vele malen op het voorhoofd, ook oompje weet van wanten, ze hebben het hoogste woord. Nadat ze hun buikje rond hebben gegeten en gedronken sloffen ze weer richting huis, maar tante ontdekt in de mooi onderhouden tuin nog wat planten en die moeten direct worden uitgegraven op haar aanwijzing en ze gaan in een zakje mee naar huis. De haren gaan ons hier van rijzen, je bent in dit land gewoon nooit eigen baas. Vanmorgen heeft de hoteleigenaar de tuin weer opnieuw ingeplant.

Wat later op de dag gebeurt en nog iets vreemds, er komt een auto aangereden tot bij de poort, er zitten twee mannen in, één van de mannen loopt het erf op, de andere rijdt een straat om en staat opeens met draaiende motor aan de voorkant van het hotel. De man die op het terrein is gebaart wat en de hoteleigenaar komt met geld over de brug, de man loopt daarna rustig terug naar de auto met de draaiende motor en alles vertrekt weer. We kunnen niet helemaal ontdekken wat hier gaande is, maar dat het niet helemaal pluis is proeven we wel, de sfeer is even gespannen, maar al snel herstelt iedereen zich, misschien zijn ze dit gewend. Als we er over lezen op internet vinden we dat corruptie en afpersing in Turkije een grote rol speelt. Op deze manier komen hotels ook aan sterren, aan zwembaden en aan grond lezen we.

Als er even geen klanten zijn zitten ze hier veel, ze eten dan zonnebloempitten en staren naar elkaar, het oogt als een doelloos leven. Overal in de dorpen zitten de oudere mannen ook de hele dag op de dorpspleinen, behalve de boeren, die werken iedere dag op het land, zeven dagen per week zie je daar bedrijvigheid. De oude mannen drinken thee, veel thee, soms spelen ze een soort rummikub, het heet Okey en het is het populairste spel in Turkije. De vrouwen blijven thuis om te breien.

Bij de receptie van het hotel ligt een man half achterover in een stoel te knutselen aan de computer en vooral aan de router, en dat laatste is nog het ergste, hij steekt af en toe een potlood ergens in de router. We beginnen ons zorgen te maken omdat internet het net weer doet, een Nederlandse handige jonge ICT jongen heeft de boel twee dagen geleden weer aan de praat gekregen en nu gaat hij hier de zaak weer verzieken, daar kun je op wachten. Ik zeg tegen die man dat internet het net weer goed doet en dat hij beter kan stoppen met zijn potlood actie, maar hij antwoort dat hij expert is. We vrezen het ergste en we hebben internet nog hard nodig voor het festival. Na ruim een uur prutsen en gapen, stopt hij ermee en gaat hij op de bank liggen slapen, dit is vast weer een nieuwe mee-eter.

Pamukkale is een klein boerendorp zoals zoveel dorpen hier in de omgeving, maar door de kalkberg en de Hierapolis is het toeristisch geworden, maar niet uit de voegen gebarsten. Er zijn alleen wat kleine hotels, de toerbussen hebben één hotel ergens buiten het dorp. Veel bewoners zijn nog gewoon boer, er rijden net zoveel tractoren als auto’s.

Besnijdenis

De “gelukkige ”prins zit met rode konen en zijn mooie pak op een deftig bankje. Zitten kan hij eigenlijk niet goed, bij het zitten vertrekt hij pijnlijk zijn gezicht. Vanmorgen om 9.00 uur is het gebeurd, toen is zijn voorhuid verwijderd en dat wordt nu massaal gevierd. We gaan even een rondje door de buitenwijken van Pamukkale lopen. De straat is afgezet hier zo achteraf, er staan lange tafels, de catering is ingehuurd, de moeder van de besnedene is in het nieuw inclusief haar gouden schoenen, vader heeft ook nieuwe schoenen en een nieuw pak. De moeder moet af en toe wat huilen, het is voor een moeder natuurlijk heel heftig dat je kind opeens besneden is, het is toch een kleine verminking, maar misschien ziet zij dat niet zo, het is hier de cultuur. De zusjes zien er uit als prinsesjes, zij hebben geluk, vrouwenbesnijdenis is hier gelukkig niet. Er is een aantal schapen gesneuveld voor dit feest, het vlees is overdadig aanwezig. We worden meteen uitgenodigd om mee te eten en dat is geen straf. Het schaap smaakt voortreffelijk, uit de speakers komen de koranliederen en bij het gebed worden de handen geopend en naar de hemel geheven. Naast ons komt een oom zitten en hij spreekt Duits en Engels en hij vertaalt. De prins is zeven jaar geworden en de eerste zondag na het 7de jaar worden de jongens hier besneden. Iedereen spelt geld op zijn pak, wij spelden 10 Turkse lira ( 3,30 euro) op zijn pak, dat bedrag zien we anderen ook geven. Ook hier wordt weer veel brood gegeten, Turken eten 4 x zoveel brood als elders in de wereld, in de restaurants wordt veel vlees gegeten. Maar thuis eten de Turken vooral soep, brood, een groentemaaltijd, meestal aubergine, maar ook dolma's, groente waar iets ingestopt is zoals wijnbladeren.

Als we vertrekken wordt ons gevraagd of we vanavond terug komen om te dansen, van 17.00 uur tot 21.00 uur wordt het feest afgesloten met een dansfeest, we zien het wel.

Terug in het hotel is het de expert gelukt om de internetverbinding te verzieken, na lang zoeken komen we er achter dat hij alles heeft overgezet op een andere router, Joost mag weten waarom. Die kerel zit ondertussen te eten in het restaurant, het eten heeft hij net uit de keuken gehaald, het is voor ons allemaal onbegrijpelijk. Gelukkig krijgen we internet via de andere router weer online.

Vanmorgen is hier een jong Turks stel zonder bagage neergestreken en dat vonden we al een beetje vreemd, ze huurden een kamer en gingen meteen naar binnen en wij keken elkaar aan en dachten hetzelfde. Nadat we terugkomen uit het dorp zo midden op de middag komen ze met rode konen weer uit hun kamer en gaan lekker zitten eten en drinken, na het eten rekenen ze af en nu weten we het zeker. Dit was de zondagwip van het leuke jonge stel, goed geregeld vinden we.